Nederlandse melk en duurzaamheid
De Nederlandse zuivelsector besteedt aandacht aan duurzaamheid, zowel op het melkveebedrijf als bij de zuivelonderneming. Een deel van de investeringen die in de sector worden gedaan, is gericht op het verminderen van de CO2-uitstoot door onder andere duurzame energie op te wekken en energie te besparen.
In 2020 lagen bij 1 op de 3 Nederlandse melkveebedrijven zonnepanelen op het dak en maakte 62% van de bedrijven gebruik van een warmteterugwinningspomp om ook de warmte uit melk te benutten.
De afgelopen jaren heeft de zuivelsector ook geïnvesteerd in het behoud van weidegang in Nederland. Inmiddels laat 84% van de Nederlandse melkveehouders hun koeien meer dan 120 dagen per jaar in de wei grazen. In 2014 was dat nog minder dan 78%.
De Nederlandse zuivelsector dekt al vanaf 2015 – als eerste sector in Nederland – het sojagebruik voor Nederlandse melkkoeien af met certificaten voor verantwoorde soja. Sojameel wordt verwerkt in het krachtvoer. Melkveehouders mogen alleen veevoer afnemen van veevoerleveranciers die over voldoende certificaten voor RTRS-soja (Round Table on Responsible Soy) beschikken. RTRS certificeert soja die zonder ontbossing is geproduceerd.
Vooruitgang verduurzaming zuivelketen
Het onderzoeksinstituut van Wageningen University & Research rapporteert elk jaar welke vooruitgang de Nederlandse zuivelsector heeft geboekt op het gebied van duurzaamheid. Uit de Sectorrapportage van 2018 blijkt dat op veel duurzaamheidsthema’s van de Duurzame Zuivelketen vooruitgang is geboekt. De doelen voor verantwoord antibioticagebruik, energie-efficiëntie en verantwoorde soja werden al eerder behaald. Dit jaar kon ook een groen vinkje gezet worden achter de doelen voor weidegang en fosfaatexcretie van de melkveestapel. Op het gebied van broeikasgasemissies en ammoniakuitstoot werd enige vooruitgang geboekt, maar moet de sector grotere stappen gaan zetten.
Lees meer...
De Duurzame Zuivelketen heeft twee nieuwe monitoringssystematieken ontwikkeld op het gebied van dierenwelzijn en biodiversiteit. Hiermee loopt de Nederlandse zuivelsector voorop in de wereld. Een daarvan is de KoeKompas, een instrument waarmee de dierenarts tweejaarlijks het dierenwelzijn en de diergezondheid in kaart brengt en advies geeft over verbeterstappen. Dit soort monitoringssystematieken zijn van groot belang voor verduurzaming binnen de Nederlandse zuivelketen. Zuivelondernemingen en melkveehouders kunnen er verbeterdoelen mee vaststellen en de voortgang monitoren.
MJA-3 Convenant zuivelindustrie
De zuivelindustrie is al jarenlang actief deelnemer aan het convenant Meerjarenafspraken energie-efficiëntie (MJA3/MEE). In het convenant committeren de 43 deelnemende zuivelfabrieken zich om aan de slag te gaan met energiebesparing en energiemanagement. In het sectorplan van de zuivelindustrie voor 2017-2020 is uiteengezet hoe de zuivelindustrie in die periode een verdere energiebesparing gaat realiseren. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) monitort de resultaten van het sectorplan. In 2020 gaf RVO aan dat reeds 87,4% van de zuivelsectordoelstelling was gerealiseerd. Voor 2020 stonden nog meer maatregelen gepland, waardoor er vanuit kan worden gegaan dat de doelstellingen ruimschoots worden behaald. De NZO betreurt dat de convenanten per 1 januari 2021 zijn beëindigd en hoopt dat ze op één of andere manier kunnen worden voortgezet binnen de kaders van het klimaatakkoord.
Impact klimaatakkoord op zuivelindustrie
Begin 2020 is gestart met de uitvoering van het Klimaatakkoord. De zuivelindustrie moet bijdragen aan de CO2-reductie opgave van de sector ‘industrie’. De overheid heeft maatregelen in het leven geroepen om de industrie te helpen om dit doel te realiseren, onder andere met een systeem van heffingen en subsidies. Bedrijven betalen volgens dit systeem een energieheffing waarmee vervolgens subsidies worden verstrekt voor aanpassingen om een duurzame energietransitie te bereiken. Echter zit er een grote disbalans in dit systeem waardoor bedrijven – onder andere zuivelbedrijven – onevenredig hard worden geraakt. Zij betalen veel energiebelasting via de heffing ‘Opslag Duurzame Energie’ (ODE) over elektriciteit en gasgebruik, maar kunnen vervolgens geen aanspraak doen op subsidies uit de ‘Stimulering Duurzame Energieproductie en –Klimaattransitie’ (SDE++). Terwijl de grote, zware industrie die veelal fossiele brandstof verbranden voor hun energievraag en geen elektriciteit en gas gebruiken, geen energieheffing (ODE) hoeft te betalen maar wel subsidies uit de SDE++ ontvangt. De kleintjes betalen op deze manier de rekening van de grote vervuilers.
Lees meer
Om de disbalans onder de aandacht te brengen, is NZO een samenwerking gestart met de FNLI en VNO-NCW. Samen pleiten zij voor een betere ODE voor bedrijven in de levensmiddelenindustrie die nu onevenredig hard worden getroffen. Daarnaast vinden zij dat (nieuwe) technieken en proces efficiency maatregelen in de SDE++ en andere subsidies moeten worden opgenomen.
In december 2020 werd ook de wet CO2-heffing aangenomen die in 2021 ingaat. De wet komt voort uit het Klimaatakkoord. Bedrijven in de industrie met een hoge CO2-uitstoot betalen straks een nationale heffing over het deel dat ze teveel uitstoten. Het is een heffing die aansluit op het Europese emissiehandelssysteem (ETS), maar die aanvullend is. Dit kan de Nederlandse concurrentiepositie benadelen. Daarnaast zijn er issues waardoor inspanningen die bedrijven doen om de CO2-uitstoot te reduceren nauwelijks invloed hebben op de hoogte van de CO2-heffing die bedrijven moeten betalen. Voor de zuivelsector ontbreekt er bijvoorbeeld een productbenchmark voor zuivelproducten. Ook deze knelpunten voor Nederlandse zuivelondernemingen zijn door NZO aangekaart bij beleidsmakers en politiek.
Campagne ‘European Dairy on track’
In 2018 is de campagne ‘European dairy on track’ van start gegaan. Het doel van de campagne is om de initiatieven van de zuivelsector op het gebied van duurzaamheid onder de aandacht te brengen en de dialoog over verduurzaming met belangrijke partijen in de samenleving aan te jagen. De driejarige-campagne is mede door de Europese Unie gefinancierd. In 2020 werden de activiteiten – ondanks beperkingen door coronamaatregelen – volledig volgens plan uitgevoerd, zoals de stakeholdersessies op de boerderij en online. Daarnaast werden via het twitteraccount interessante discussies gevoerd in een online community van actieve volgers. Tot slot werd het Webinar rond het thema ‘sustainable diets’ met belangstelling gevolgd. Een mooi overzicht van de ambities en resultaten van verduurzaming in de zuivelsector in Europa biedt het Factbook dat in 2020 is gepubliceerd, zowel in het Nederlands als in het Engels. Met visies op verduurzaming in de zuivelsector van wetenschappers, de aanpak vanuit zuivelondernemingen en interviews met betrokken melkveehouders.
DOEMEE Dialoog Diners
In samenwerking met agrarische ondernemers organiseerde de NZO verschillende DOEMEE Dialoog Diners. Ook deze diners vonden plaats in het kader van de EU-campagne ‘European Dairy on Track’. Op initiatief van de zuivelsector gingen melkveehouders, wetenschappers en NGO’s met elkaar in gesprek over duurzaamheid en de bijdrage van de zuivelsector aan een duurzaam dieet. De diners vonden plaats op locatie bij een melkveehouder. Aan de hand van één concrete boerencasus van de melkveehouder ging men met elkaar in gesprek. Het faciliteren van deze DOEMEE Dialoog Diners sloot perfect aan bij de doelstelling van de EU-campagne: meer zichtbaarheid geven aan duurzaamheidsinitiatieven in de zuivelsector.
Symposium ‘Duurzaam Dieet in Nederland’
Op woensdag 2 december organiseerde de NZO het online symposium ‘Duurzaam Dieet in Nederland’. Deelnemers lieten zich inspireren door vooraanstaande sprekers uit de voedingswetenschap en -praktijk over de transitie van de zuivelsector naar een duurzame toekomst. Dr. Stephan Peters (NZO), Joris Lohman (Food Hub) en Heleen Lansink-Marissen (melkveehouder) spraken over de bijdrage van de zuivelsector aan een duurzaam én haalbaar dieet en over argumenten en dilemma’s om zuivel onderdeel van een gezond en duurzaam voedingspatroon te houden. Het symposium maakte onderdeel uit van de EU-campagne ‘European Dairy on track’.
Meer boeren laten hun koeien in de wei
Een recordpercentage boerderijen liepen de koeien in 2020 buiten in de wei. Het percentage melkveebedrijven waar de koeien buiten komen, steeg in het weideseizoen naar 83,7 procent. Dat was ruimschoots boven het doel dat de zuivelsector dit jaar voor zichzelf had gesteld. Het succes was onder meer te danken aan initiatieven die binnen de gehele zuivelketen zijn genomen om weidegang te stimuleren. Van boerenorganisaties die melkveehouders ondersteunden bij hun bedrijfsvoering tot zuivelondernemingen die een premie uitkeerden aan melkveehouders die hun koeien buiten lieten lopen en die met succes producten van weidemelk op de markt brachten.
Aanpak stikstofproblematiek
De NZO is van mening dat alle betrokken sectoren in Nederland een bijdrage moeten leveren aan het oplossen van de stikstofproblematiek. De aanpak van de stikstofreductie in de melkveehouderij laat de NZO aan de primaire belangenbehartigers. Daarbij stelt zij haar expertise beschikbaar. Zo is de NZO in 2020 betrokken geweest bij voorstellen om stikstof te reduceren door het aantal uren weidegang uit te breiden. Ook is op uitnodiging van het ministerie van Landbouw deelgenomen aan een brede klankbordgroep over de stikstofproblematiek. Daarin waren alle betrokken sectoren uit de maatschappij vertegenwoordigd.
De NZO staat op het standpunt dat maatregelen om stikstof te reduceren rekening moeten houden met bedrijfsspecifieke omstandigheden en gericht moeten zijn op een toekomstbestendige landbouw.